Skip to content

De Rotterdamse drang tot vernieuwen

Tekst: Pieter

Er is een tijd geweest dat ondergetekende in de studiebanken zat in Leiden. Het onderwerp van de studie: geschiedenis. In die studie doe je veel eigen onderzoek. Je gaat bij mensen langs om verhalen op te halen of je gaat muffe papieren archieven in waar oud-Nederlandsche teksten jou het leven zuur maken. Ik ging voor onderzoek vaak terug naar Rotterdam. Eén onderzoek is mij voor altijd bijgebleven: het onderzoek naar de Laurenskerk.

De Laurenskerk is die oude kerk tussen de Hoogstraat en de Meent. Het is dat gebouw dat zo ongeveer als enige het bombardement van 1940 lijkt te hebben overleefd. Maar dat klopt dus niet, kwam ik achter toen ik daar eens binnenstapte. Vlak na het bombardement stonden er nog veel meer gebouwen recht. Maar alles is later platgegooid: ‘we gaan vernieuwen!’.

De Laurenskerk zelf was ook bijna volledig verwoest. Alleen de toren stond er nog. Architecten maakten plannen voor het gebied rondom de toren: alleen die toren kon blijven staan vonden ze. Het liefst hadden ze die toren ook nog neergehaald. De Rotterdammers pikten dat niet. Er ontstond discussie: moeten we echt alles wat wél nog rechtop staat zelf slopen omwille van ‘de nieuwe stad’? Ja, zeiden de invloedrijke mannetjes. En dus moesten ook de resten van de Laurenskerk nog omver. Er stond op een gegeven moment bijna geen steen meer rechtop.

Later wordt bekend dat er meer dan 140 mooie gebouwen in Rotterdam onder leiding van die mannetjes zijn neergehaald. Machthebbers slopen graag om daarna te bouwen wat ze zelf willen. Voor hun eigen eer en glorie.

Toch is de Laurenskerk vanaf begin jaren vijftig tot eind jaren zestig steen voor steen weer tegen de toren aangebouwd. Daar speelden twee dingen in mee: de machthebbers waren er simpelweg nog niet aan toegekomen om het gebied vol te bouwen. Eerst moesten de prestigieuzere projecten afgerond worden. En de Rotterdammers begonnen het in de loop der tijd eigenlijk wel zonde te vinden, dat dat ene icoon – dat het inmiddels geworden was in die lege ruimte die het hele gebied was geworden – beperkt zou blijven tot een toren.

Stiekem heb ik de hoop dat de Rotterdammers ook nu vasthoudend zijn. Al jarenlang is er moedig weerstand geboden tegen de invloedrijke mannetjes die niets liever willen dan heel Rotterdam-Zuid te ‘herstructureren’. En ja, dan staat de Kuip maar lelijk in de weg. Momenteel trekt de economie aan en ik zie dat er weer overal volop prestigieuze projecten uit de grond worden gestampt. Dus Rotterdammers, Feyenoorders: houd vol! Ook nu zijn de machthebbers er nog niet aan toegekomen om het gebied vol te bouwen. Nog even en die mannetjes zien elders aantrekkelijker projecten om mee aan de slag te gaan en ze laten de Kuip weer links liggen. En dan kunnen wij in alle rust ons stadion, ons icoon dat het inmiddels geworden is, renoveren op de wijze die het verdient.

Zodat we over zestig jaar met een mengelmoes van verbazing en tevredenheid kunnen terugkijken op die woelige, onrustige periode. Een periode die onze achterban ontzettend verdeelde, maar waar maar één logisch besluit uit voort is gekomen: de Kuip behouden voor ons nageslacht. Want dat mooie stadion is dat meer dan waard. De Laurenskerk was dat ook, maar zonder een beetje geluk én Rotterdamse vasthoudendheid zouden we ons dat tegenwoordig nooit hebben kunnen realiseren. Dan stond er namelijk geen kerk meer. Beste Rotterdammers: voorkom ook nu dat we zo’n historische vergissing zouden maken.