Skip to content

Casper van Eijck weet inmiddels hoe belangrijk Feyenoord voor mensen kan zijn

Tekst: Gerrit-Jan van Heemst. Foto: Edwin Verheul-De Feijenoorder

Op kamer H-808 van het Erasmus Medisch Centrum is een veelzijdig man werkzaam. Doordeweeks gaat Prof. Dr. Casper van Eijck (60) de strijd aan met alvleesklierkanker, in het weekend zit hij als clubarts van Feyenoord in de dug-out naast de wisselspelers. Van Eijck is een man die met beide benen op de grond staat en tegelijkertijd vol ambities zit. Dat levert interessante gespreksstof op.

Toch maar gewoon met Feyenoord beginnen. Wat vindt u van het verloop van het huidige seizoen?

“Het is een jaar van uitersten, zou ik willen zeggen. De ene keer is het heel goed, de andere keer klopt er wat minder van. Feyenoord heeft echt wel aardige wedstrijden gespeeld dit seizoen, maar een paar keer was het gewoon ondermaats. Van Manchester City thuis mag je verliezen, maar tegen NAC was het ronduit teleurstellend. Het is duidelijk een ander seizoen dan het vorige.”

Hoe verklaart u die grilligheid?

“Ik weet niet precies waardoor het komt. Wel is duidelijk dat we flink pech gehad hebben met blessures. We hebben lange tijd heel belangrijke spelers moeten missen en dat heeft ons opgebroken. Het waren stuk voor stuk heel ongelukkige blessures waar wij als medische staf niet veel aan konden doen. Ze waren goed te verklaren en wij voelen ons daar niet schuldig over.”

In de media werd er wel veel over de blessures geschreven.

“Is dat zo? Nou, dat is dan langs me heengegaan. Het maakt me ook niet zoveel uit, want ik weet hoe wij bij Feyenoord werken. Vorig jaar werd de medische staf opgehemeld omdat we in de laatste twintig minuten vaak wedstrijden wonnen. En dan zouden diezelfde mensen er opeens niets meer van kunnen?”

U bent sinds 2009 werkzaam voor Feyenoord als clubarts. Hoe bevalt het u in De Kuip, nadat u jaren voor Sparta werkzaam bent geweest?

“Ik voel me inmiddels een echte Feyenoorder. Ik kom graag op de club en ben met de mensen die er werken vergroeid geraakt. Ik kwam bij Feyenoord terecht in de periode dat Leo Beenhakker technisch directeur was en Mario Been de trainer. Vlak voordat ik naar Feyenoord vertrok, had ik Beenhakker aan zijn lies geopereerd. De operatie was geslaagd maar met Sparta wonnen we kort daarvoor bij Feyenoord met 1-2. “Bedankt voor de operatie, maar heb je ook wat aan de uitslag van de wedstrijd kunnen doen?”, vroeg Beenhakker toen. In een sfeer waar zulke humor heerst, voel ik me goed thuis. Feyenoord is een geweldige club.”

Wat is precies uw rol als clubarts in De Kuip?

“Ik ondersteun de medische staf van Feyenoord die in mijn ogen heel goed functioneert. Ik ben niet full-time op de club aanwezig, maar ben er enkele keren door de week en op wedstrijddagen altijd bij. Daarnaast ben ik continue bereikbaar voor spelers en technische staf. Dat hoort zo, vind ik. Clubarts van Feyenoord is een taak die je er niet even bij doet. Het is een prachtige functie die ik met veel plezier vervul. Ik heb hier in het ziekenhuis de mogelijkheid om Feyenoord te helpen waar ik kan. We hebben in mijn ogen een prima samenwerking.”

Wat doet u dan precies als aanspreekpunt?

“Ik heb vooral een faciliterende rol. Wanneer een speler geblesseerd is bijvoorbeeld, coördineer ik de diagnostiek en de behandeling van de blessure. Zo zijn er nog veel voorbeelden te bedenken van kleine hand- en spandiensten die ik verricht. Ik word ook veel geholpen door collega-artsen die een warm hart voor Feyenoord hebben. Het Erasmus MC is een Rotterdams ziekenhuis met veel personeel, dat allemaal wil dat een Feyenoord-speler zo snel mogelijk herstelt.”

Leeft u fanatiek mee in de dug-out? Bent u zenuwachtig als Feyenoord moet spelen?

“Nee, nooit geweest eigenlijk. Ik heb gewoon niet veel last van nervositeit. En ik heb ook afgeleerd om enorm uitbundig te zijn als we een doelpunt maken. Dat deed ik in het verleden wel, maar dan gebeurde het soms dat we de wedstrijd alsnog verloren. Op zulke momenten voelde ik me zo lullig, ik voelde me dan zo’n ontzettende loser. Ik heb daarom besloten om de wedstrijd op m’n gemakje te volgen en niet de dug-out uit te vliegen bij een doelpunt. Die manier bevalt heel goed.”

Uw werkt als medisch specialist dan. U bent in Nederland een autoriteit op het gebied van alvleesklierkanker en wil mensen met die ziekte aan een langere levensduur helpen. Kunt u wat vertellen over dat proces?

“Alvleesklierkanker wordt in de medische wereld ook wel een sluipmoordenaar genoemd. Mensen bij wie deze diagnose wordt vastgesteld, hebben doorgaans nog maar drie tot zes maanden te leven. Ongelofelijk kort natuurlijk en wij doen er hier alles aan om die periode te verlengen. We doen veel onderzoek en hebben hoop dat een nieuwe methode echt wat kan bijdragen aan de verlenging van de levensduur en het liefst natuurlijk genezing bewerkstelligt. Eenvoudig gesteld: virussen moeten helpen de slechte cellen uit het lichaam op te ruimen. We zijn volop bezig de mogelijkheden te onderzoeken.”

U doet dus bijzonder dienend en nuttig werk. Krijgt u veel waardering van patiënten die u behandelt?

“Ik doe dit werk al een hele tijd en heb prachtige reacties mogen ontvangen die me echt hebben geraakt. Als begeleider van iemand met kanker ben je natuurlijk meer dan alleen de arts. Je slaat met iemand een weg in en voelt je erg betrokken bij het leed van de patiënt en zijn naasten. Ik voel me in ieder geval erg verbonden met die mensen en wil echt een steun voor ze zijn. Een jaar langer leven kan heel veel betekenen voor mensen, is mijn ervaring. Ik heb dat afgelopen voorjaar nog meegemaakt, toen Feyenoord kampioen werd.”

Wat bedoelt u?

“In dit ziekenhuis liggen veel mensen die Feyenoord-fan zijn en fanatiek met de club meeleven. In periode van ziekte is een wedstrijd van hun favoriete club echt een moment waarnaar ze flink kunnen uitkijken. Als Feyenoord dan na bijna twintig jaar weer eens kampioen kan worden, doet dat zulke mensen heel veel. Sommige patiënten hebben letterlijk tegen me gezegd, dat ze rustig konden doodgaan als ze de titel nog zouden meemaken. En voor mij als arts is het prachtig om je dan maximaal in te spannen om die wens uit te laten komen.”

Vindt u het niet wat ver gaan, dat rustig doodgaan afhangt van de resultaten van een voetbalclub?

“Ik kan alleen zeggen dat het heel veel indruk op me heeft gemaakt. Het zijn nu eenmaal de feiten, dat Feyenoord geweldig veel kan losmaken bij mensen. Ik heb ook oud-speler Henk Schouten onder behandeling en ook hij had de wens om de titel nog mee te maken. “Ik ga ervoor zorgen dat dat gebeurt”, heb ik hem toen gezegd. Henk heeft het allemaal meegekregen en is ook nu nog in behoorlijk goede conditie. Ik vind het prachtig om te zien dat het goed met hem gaat.”

Als u de medische wereld met de voetbalwereld vergelijkt, ziet u dan vooral overeenkomsten of verschillen?

 “In het ziekenhuis probeer je op een menselijke manier met je patiënten om te gaan, terwijl de voetbalwereld als keihard te boek staat. Maar in de loop der jaren heb ik bij veel voetballers ook heel menselijke kanten ontdekt. Voetballers zijn niet allemaal egoïstisch en hard, maar hebben ook zo hun problemen. Als bijvoorbeeld hun vrouw zwanger is, bellen ze me geregeld op om advies te vragen. Met sommige voetballers houd ik ook nog contact nadat ze bij Feyenoord zijn vertrokken. Dani Fernández bijvoorbeeld, een fijne jongen met wie ik goed kon opschieten, omdat ik ook goed Spaans spreek. Ook met iemand als Eric Botteghin heb ik, mede vanwege de taal, een goede verstandhouding.”

Gebeuren er ook wel eens grappige dingen in het leven van een clubarts? Heeft u een fijne anekdote voor ons?

“Voor Terence Kongolo zijn we vorig seizoen een tijd bezig geweest om een gebit te maken. Hij had problemen met zijn tanden en we wilden hem daarbij helpen. Het was best een klus om dat gebit te maken en Terence was al naar Monaco vertrokken, toen we het af hadden. Tja, daar zaten wij toen in De Kuip met dat gebit. Het was net niet op tijd afgekomen. Er zat niets anders op dan het gebit dan maar met de post naar Frankrijk op te sturen. Als zulke dingen gebeuren, kan ik daar wel om grinniken.”

U staat positief in het leven, wilt u zeggen?

“Ik denk zeker positief en probeer zoveel mogelijk vooruit te kijken. Wat heeft het nou voor zin om steeds maar in het verleden te blijven hangen? Bij Sparta hebben ze er een handje van om altijd maar weer terug te blijven kijken en die titel van 1956 te bejubelen. Man, hoe lang is dat wel niet geleden? Leef toch wat meer in het nu, denk ik dan. Doe wat aan de magere resultaten van dit seizoen.”

Onlangs werd u verkozen tot Rotterdammer van het jaar 2017. Wat heeft die onderscheiding met u gedaan?

“Ik ben er natuurlijk ontzettend trots op. Het betekent dat je een positieve bijdrage aan de maatschappij hebt geleverd. Kijk, hier heb ik de oorkonde. Er staat een heel verhaal op, prachtig. De mooiste zin vind ik nog wel dat ik me dienstbaar heb opgesteld naar mijn patiënten. Dat is toch waar het in het werk van een arts om gaat?”

Het gemiddelde salaris van een beroepsvoetballer in Nederland ligt momenteel op 266.000 euro. U moet het als vooraanstaand onderzoeker en levensduur verlengende en levensreddende arts met ruim een ton minder doen.

(kijkt vragend op) “Ja, en?”

Het is toch heel onredelijk dat een back van FC Groningen beter wordt betaald dan u? Daar heeft een mens toch last van?

(tikt met zijn vinger op de tafel en haalt de schouders op) “Weet je, ik kan er niet mee zitten. Echt niet. Ik heb die vraag wel vaker gehad, maar zou niet weten waarom ik me eraan zou moeten ergeren. Ik heb een prima baan en kijk verder vooral naar wat ik zelf nodig heb. Nou, als je het op die manier bekijkt, heb ik echt niks te klagen hoor. Ik heb een leuke Vespa, waarmee ik naar mijn werk en De Kuip kan rijden. Ik kan mijn pianolessen betalen, dat is een activiteit waar ik heel veel plezier in heb. En ik kan af en toe op vakantie en uit eten met mijn vrouw – ook heel leuk om te doen. Wat zou ik verder nou nog moeten, denk ik dan? Waarom zou ik dan ontevreden moeten zijn?”

Kijkt u uit naar de datum 21 maart, wanneer Feyenoord in De Kuip een benefietwedstrijd speelt voor uw stichting ‘Support Casper?’

“Die dag staat met stip in mijn agenda genoteerd. Ik ben heel trots en ook dankbaar dat Feyenoord dat voor mijn stichting wil doen. De tegenstander is nog onbekend, maar ik hoop echt dat de fans massaal naar het stadion zullen komen. Om alvleesklierkanker goed te bestrijden, is er nu eenmaal veel geld nodig. Daarom was het ook zo fantastisch dat Excelsior een jaar lang met mijn stichting op de borst heeft gespeeld. Er is al drie miljoen euro met ‘Support Casper’ opgehaald en daar kunnen we heel goede dingen mee doen. Elke euro die er bovenop komt. is mooi en wordt goed besteed.”

Tenslotte, hoe lang gaat u nog door als clubarts van Feyenoord? En hoe lang zult u nog in dit ziekenhuis werkzaam zijn?

“Een exacte tijd heb ik niet in mijn hoofd, maar sowieso nog een paar jaar. Ik heb in beide jobs nog heel veel lol en zou niet weten waarom ik er eerder al mee zou moeten stoppen. Maar ook ik heb niet het eeuwige leven en heb wel al in mijn hoofd, hoe ik bij Feyenoord zaken goed kan overdragen in de toekomst. Dat is belangrijk, goed overdragen. En ik weet gelukkig dat de club een heel goede arts zal krijgen. Tijs Duivenvoorden werkt nu al bij de Academy en is een veelbelovend orthopeed. Daar hebben ze echt een goeie aan in De Kuip.”


Het interview met Prof. Dr. Casper van Eijck stond in supportersmagazine Hand in Hand van januari 2018. Leden van De Feijenoorder incl. Hand in Hand abonnement ontvangen het magazine automatisch 10x per jaar. Wil je Hand in Hand ook ontvangen maar ben je nog geen lid? Word dan nu lid van De Feijenoorder door hier te klikken.

De kaartverkoop voor de Benefietwedstrijd tussen Feyenoord Rotterdam en ADO Den Haag voor #SupportCasper is van start gegaan! Kaarten voor de Benefietwedstrijd kosten € 12,50 per stuk en zijn te koop via de Online Ticketshop van Feyenoord. Per persoon kan een onbeperkt aantal kaarten worden gekocht; seizoenskaarten zijn niet geldig bij de Benefietwedstrijd. Voor kaarten: http://srln.io/0p3sb