Helden!

Tekst: redactie

Ik zat in groep 8. Feyenoord was net landskampioen geworden. Mijn vader was klant bij sponsor Direktbank en mocht daarom met zijn zoon naar een ontmoetingsdag bij Feyenoord. We kregen een rondleiding door het stadion, stonden op het veld en aten in de kantine met de spelers.

Ik zat aan tafel bij Peter van Vossen. Ik durfde Peter niet aan te spreken, maar keek minutenlang gebiologeerd hoe hij alle gedraaide Feyenoord-liedjes uit volle borst mee zong. Wat een held.

Daarna kregen we clinics op het trainingsveld voor De Kuip. Jon Dahl Tomasson leerde me de schaar. Elke keer dat ik later op een voetbalveld stond en tijdens dit trucje over mijn eigen benen struikelde, dacht ik aan Jon Dahl. Wat een held.

We speelden een partijtje. Ik nam het met team Bonaventure Kalou op tegen team Bert Konterman. Ik gaf Bert een handje. Hij zei dat ik de eerste tegenstander was die dat deed en noemde me sportief. Wat een held.

We mochten penalty’s schieten op Jerzy Dudek. Mijn bal ging via de lat over. Jerzy vond dat ik hard kon schieten. Wat een held.

We oefenden één-tweetjes met Robin Nelisse. Robin had mooi haar. Wat een held.

Ik hoopte dat Leo Beenhakker er was. Leo was er niet, hij had het te druk met andere dingen. Wat een held.

Ik was al jong eigenzinnig, nuchter en wist alles te bagatelliseren. Maar voetballers… Voetballers waren helden. Vooral die van Feyenoord. En Zinedine Zidane. Ik zou hem één keer live zien, tijdens Nederland – Frankrijk. Zizou raakte een dag voor de wedstrijd geblesseerd. Een jeugdtrauma.

Toen ik een jaar of 22 was, kwam er een omslagpunt. De voetballers die ik adoreerde, waren ineens niet allemaal meer ouder dan ik. Dat was gek.

Totdat John Guidetti bij Feyenoord kwam voetballen. John was vijf jaar jonger. Maar ik keek tegen hem op. Hij gaf Feyenoord, en mij, geloof in zichzelf terug. Wat een held.

Ik zie mannen van 50 met de naam van jongens van 18 op hun rug. En ze aanmoedigen alsof er elf wereldverbeteraars op het veld staan. Wat fijn om in De Kuip even de realiteit van alledag kwijt te raken. De realiteit, waarin ik voor niemand ontzag heb en kassameisjes bij de Albert Heijn nog kinderen lijken.

Hup Sven van Beek! Hup Bart Nieuwkoop! Hup Tonny Vilhena! Wat een helden.