Lekker nassen met Joris Lutz

Tekst: Mark Boninsegna
Beeld: Mandy Horstink

Na een veel te lange afwezigheid mogen en kunnen we weer te gast zijn bij Ristorante La Salute van Libero en Lisette Lo Monaco. Dit keer schuift oer-Feyenoorder Joris Lutz aan tafel aan. Joris is muzikant, acteur, stadsgids en kinderboekenschrijver. Hij komt uit een echte acteursfamilie. Samen met zijn vader heeft hij in de begin jaren negentig uiterst populaire comedyserie ‘Ha, die Pa!’ gespeeld.

“Hoi Mark”, zegt Joris wanneer hij binnen komt lopen in het oergezellige La Salute in Hillegersberg en bestelt gelijk een passend Moretti biertje. Het is duidelijk dat Joris zichzelf hier op zijn gemak voelt. Hij heeft het over zijn kinderen, over waar hij gisteren gegeten heeft met zijn broer en hoe leuk dat was en gaat op de foto met Bacchus, de Romeinse god van wijn en extase. Joris vliegt van links naar rechts; hij heeft er zin in.

Naar Feyenoord gaat Joris veel te weinig, naar zijn zin. De laatste keer dat hij een seizoenkaart had, was toen Arie Haan nog trainer was. Een seizoen dat zo een beetje pijn deed aan zijn ogen, zo slecht en lelijk om te zien was het voetbal dat seizoen. Snel daarna kwamen de optredens op zondag ervoor in de plaats; er moet uiteindelijk ook brood op de plank komen. “Gelukkig heb ik een vriend die altijd wel een kaartje overheeft, dus als ik dan een keertje niet hoef op te treden, dan kan ik zo mee. Supertof!”

Het HCS-gevoel

De laatste jaren zijn niet de leukste jaren van Feyenoord, vindt Joris: “Ik heb toch weer een beetje dat HCS-gevoel. En dat heb ik met kleine onderbrekingen al heel lang.’ Een van die onderbrekingen zijn de sporadische kampioenschappen van onze club: ‘Dat is ook wel interessant als je erover na gaat denken. Er zijn heel veel clubs in Nederland, waar het bijzonder gezellig is als ze winnen of niet. Het is daar gewoon altijd gezellig. Maar bij Feyenoord hangt er altijd dat gevoel dat we kampioen moeten worden. En dat terwijl we vanaf de tachtiger jaren van de vorige eeuw al weten dat het een uitzondering is dat we kampioen worden.”

Die ieder jaar terugkerende -bijna- onrealistische droom komt doordat de club zo groot is. Niet Feyenoord zelf, maar alles wat er omheen hangt. Die gigantische groep hondstrouwe supporters bijvoorbeeld. “Kijk, als ik een of andere sjeik zou zijn, dan zou ik zonder na te denken zeggen dat ik Feyenoord wil hebben. Feyenoord is een van de bijzonderste clubs ever! Het is ook nog eens een club met een bijzonder stadion. Dat is bijna niet te vergelijken! En daar is iedereen het over eens.”

Libero staat het met een grote glimlach allemaal aan te horen terwijl hij twee grote borden vitello tonnato, een bord carpaccio en een bord met bruschetta op tafel zet. Bell’Italia lacht ons van een, hoe kan het ook anders, rood-wit tafelkleed toe. Alsof het land dat Europees kampioen is geworden ons heeft horen praten en wil zeggen dat dromen kunnen uitkomen zolang je er maar in blijft geloven.

Het grote geld

Terwijl Joris zijn bordje met een groots verlangen opschept, vertelt hij dat hij onderweg naar hier heeft nagedacht en dat hij tot de conclusie is gekomen dat het sinds 1995 helemaal fout is gegaan en dat het Bosman-arrest daar toch wel een grote initiator van is geweest. “Bosman had gelijk, maar nu 25 jaar later is dat een beetje doorgedreven. Spelers zijn niet meer eigendom van de club, maar clubs gaan failliet door de te dure spelers. Alle grote clubs staan op de rand van faillissement, doordat die salarissen door het plafond gegaan zijn. Waarom doet niemand daar wat aan? Het geeft de perversiteit van de wereld aan. En ik moet eerlijk zeggen dat die wereld mij minder aanspreekt. Wil ik wel meedoen in zo’n wereld?”

Joris’ ogen zijn plotseling niet meer gericht op het heerlijke eten dat voor hem staat, maar naar de wereld. Een wereld die hij heeft zien veranderen en verharden en zelfs zijn geliefde voetbalclub Feyenoord heeft aangetast en langzaam van binnenuit opeet. Het voetbal draait niet meer om het voetbal. “Kijk, als je een bedrijfsprofessional van bovenaf mee laat kijken naar het reilen en zeilen van Feyenoord, dan weet ik zeker dat diegene zegt dat bijna de hele top weg moet en je die als de wiedeweerga moet vervangen door oud-spelers met knowhow. Want de top van Feyenoord, wie bepaalt wat nou precies goed is en wat is er nou echt goed gegaan is als je het kritisch bekijkt? Dat leiden door gerenommeerde oud-spelers wordt overigens misschien wel moeilijk, want zulke kladblokken hebben we haast niet, helaas.”

Het is dat de liefde voor Feyenoord retediep zit, anders had Joris het wel geweten. “Als je de Nederlandse competitie vergelijkt met die van Engeland, Italië of Spanje, dan zit de wereld meer te wachten op die andere drie landen. Qua tv-inkomsten heeft de laatste club uit de Premier League meer tv-inkomsten dan de kampioen van Nederland. En we willen maar meedoen. Dan wordt er gezegd dat er uit de grote landen vier clubs mee mogen doen met de Champions League, terwijl dat ooit bedoeld was voor alleen landskampioenen. En dat is een perfide, naargeestige constructie. Daar wil ik geen deel van uitmaken. Ik vind dat pervers. En daar probeert onze club zich in te handhaven.” Het doet Joris zichtbaar zeer en knalt er nog snel achteraan: “Het is niet eerlijk meer! Maar misschien moeten we maar gewoon een beetje door blijven modderen en laat al die ‘rijkaards’ maar lekker die Super League doen met zijn allen.”

‘We hebben het mooiste stadion van Europa’

“Nu willen we een nieuw stadion bouwen. Daar ben ik vanaf de eerste dag op tegen. Ik vind dat helemaal niks. Het zal heus wel een mooi gebouw worden, maar we hebben al het mooiste stadion van Europa. Er wordt gedaan alsof het heel raar is om je stadion te verbouwen, maar Real Madrid, Barcelona, Manchester United en Liverpool zitten allemaal nog in hun oude stadion. Wie bepaalt dan dat zoiets niet goed is? Het idee dat als je er maar een hoop geld tegenaan knalt dat het gaat werken. Hoe komen ze daarbij? Het lijkt er meer om te gaan wie er rijk van wordt dan of het goed is voor Feyenoord. We doen altijd alsof we geen maffia hebben in Nederland, maar we zijn toch net Italië of Botswana. Al dat doorgeven van geld gebeurt hier ook.”

“Weet je, Michel van Egmond heeft het bij De Wereld Draait Door toen eens zo mooi gezegd over ons stadion: ‘Hier ligt geschiedenis. Liggen dromen, dromen die in puin zijn gevallen, tranen, euforische vreugde. Alles wat hier gebeurd is in al die jaren zit in dat stadion.’”

Plotseling staat Libero met kok van 24Kitchen en bassist van de band van Marco Borsato, Giovanni Caminita naast de tafel. Want, muzikanten moet je samenbrengen. Niets mooiers dan over een gezamenlijke passie te praten. Joris vertelt dat hij met een eigen bewerking van de Bolero bezig is en je ziet het vuur in de ogen van beide muzikanten.

Over muziek gesproken: toen Feyenoord in 1999 kampioen werd, speelde Joris op het feestje van de spelers in een kroeg in Barendrecht. “Bosvelt had mij gevraagd. Het was een zooitje, maar wat was het leuk. Later hoorden we pas van de ongeregeldheden in de stad; daar hadden wij helemaal niets van meegekregen.”

Ondertussen tikt de tijd verder en zitten onze buikjes vol. We hebben genoeg gegeten. Maar niet volgens Libero. Hij komt vervolgens met een speciale pizza aanwandelen. Wat er zo speciaal aan is, dat weten we niet, maar dat we hem verplicht moeten opeten, wel. En eerlijk is eerlijk, de speciale pizza is heerlijk. Italië en Rotterdam lijken soms best wel op elkaar, maar wat door de een door je strot geduwd wordt, is toch stukken beter dan de ander.

Bovenstaand artikel is geplaatst in het supportersmagazine Hand in Hand. Leden van De Feijenoorder ontvangen het magazine Hand in Hand automatisch. Ook Hand in Hand ontvangen? Klik hier en sluit je aan bij de officiële Feyenoord supportersvereniging.