Skip to content

Word lid en kies het boek Royston Drenthe als welkomstcadeau!

Per direct toegevoegd aan de lijst van welkomstgeschenken het boek van Royston Drenthe. Word lid en kies het boek van Royston Drenthe als welkomstcadeau! Klik hier om lid te worden. De eerste 10 nieuwe aanmelders ontvangen een gesigneerd exemplaar! Boudewijn Warbroek van Hand in Hand sprak met de maker van het boek. 

vrijdag 3 november is bij uitgever Saaf een boek over Royston Drenthe uitgegeven. Royston is behalve oud-speler van onze club een hartstochtelijk supporter. Tegenwoordig is hij rapper. Het boek is geschreven door Hugo Verkley, oud-redacteur van Hand in Hand. Bekijk hieronder een voorpublicatie. In het decembernummer van Hand in Hand meer aandacht voor het boek.

Door Hugo Verkley

De klap is groot als Feyenoord in 2003 besluit om Royston weg te sturen. Voor de eerste keer in zijn leven is hij helemaal klaar met voetbal. Het liefst stopt hij en laat hij de bal de bal. Tegenwind kan hij moeilijk de baas. In plaats van wat harder te gaan trappen en te hopen op wind in de rug, laat hij zich tot achteruitgang blazen.

Meer dan ooit is hij op straat te vinden om rond te hangen en wiet te roken. School – hij doet dan de opleiding Sport en Bewegen op het mbo – kan hem gestolen worden. Een stage bij La Place vindt hij maar niks. ‘Ik koos voor de richting Franse keuken’, zegt Royston. ‘Lekker kokkerellen. De pauzes vond ik het leukst, dan bakte ik een eitje voor mezelf. Maar verder… pff. Half acht aanwezig, man. Hou op, man. Moesten de broodjes in de oven. Nee, dat heb ik niet lang volgehouden.’

Behoeden voor leven op straat

Moeder Miriam en tante Hellen halen hem over om toch te blijven voetballen en lekker in beweging te blijven. Ze willen hem vooral behoeden voor een leven op straat zoals dat van vader Guno. Dat laatste is hun grootste angst en zal dat altijd blijven.

Zowel Sparta als Excelsior wil Royston inlijven. Op advies van Feyenoord kiest hij voor stadsgenoot Excelsior, waarmee Feyenoord samenwerkt. Een verstandige keus, want bij de kleine club vindt hij het plezier terug. Hij stopt volledig met school om zich op het voetbal te richten. Bij Excelsior is minder structuur en druk dan bij Feyenoord en meer ruimte om gewoon lekker te voetballen. Onder trainer Marco van Lochem bloeit hij op. Samen met neef Levi Marengo, die ook wordt weggestuurd bij Feyenoord, bezet hij de vleugels. Luigi Bruins zet de lijnen uit op het middenveld. Ze rollen tegenstander na tegenstander op.

Een team waar je u tegen zegt

‘Er was een ander soort vibe. Ik speelde elke wedstrijd en kon laten zien wat mijn kwaliteiten waren. We hadden een team, daar zeg je u tegen’, weet Royston nog. ‘We maakten brokken en niemand was tegen ons opgewassen. Of het nou Feyenoord, PSV of Ajax was. We waren voor niemand bang. Ik was toen echt in mijn sas.’

Feyenoord blijft Royston in de gaten houden. Tijdens zijn tweede seizoen, bij de A-junioren, krijgt hij een telefoontje van Henk Fraser. Of Royston wil terugkeren naar Varkenoord. ‘Ik was toen inmiddels trainer van de A1 van Feyenoord’, vertelt Fraser. ‘Als wij tegen Excelsior speelden, wonnen wij volgens mij wel, maar Royston viel heel erg op. Wij keken niet naar zijn mentaliteit, maar naar zijn voetballende kwaliteiten. Mijn assistent Igor Korneev en ik wilden hem graag terughalen naar Feyenoord.’

‘Iedereen gingen we opeten’

Binnen de club stuiten Fraser en Korneev op veel weerstand. ‘Andere trainers en Henk van Stee, toen hoofd van de jeugdopleiding, hadden wel wat moeite met ons idee. We hebben er veel discussies over gehad, maar uiteindelijk ging men mee in onze keuze. Wij geloofden in Royston en op basis van wederzijds respect dachten we wel dat we hem zover zouden kunnen krijgen dat hij zou slagen. En het was gewoon een erg goede speler, dat was het eerste waar we naar keken.’

Royston is blij verrast met het telefoontje van Fraser. ‘Ik had niet het idee dat ik terug zou keren, maar wilde dat natuurlijk graag. Feyenoord was mijn club.’ Royston komt in 2005 in de A1 van Feyenoord te spelen en past zich goed aan, zowel binnen als buiten het veld. ‘We hadden een heel vervelend team. Iedereen gingen we opeten, het maakte niet uit wie er kwam. Evander Sno was van Ajax naar ons gekomen waardoor we de beste man uit die lichting van Ajax hadden. Ook speelden we met jongens als Diego Biseswar en Jonathan de Guzman. Echt een eng team.’

Wim Jansen wil Royston als linksback

De beleidsbepalers van Feyenoord zien in Royston een linksback. Fraser wordt zelfs gedwongen om hem op die positie op te stellen. ‘Ik vond dat hij alles kon spelen. Linksback, op het middenveld en als linkerspits. Maar toen wij al snel in dat seizoen de Supercup speelden, moest ik hem van Wim Jansen opstellen als linksback’, vertelt Fraser.

‘We speelden tegen Ajax en hun rechtsback, Donovan Slijngard, was heel goed. Royston was de enige die hem in de problemen kon brengen, maar ik werd dus verplicht om met hem als linksback te beginnen. Toen heb ik hem nummer 5 gegeven en begon hij bij de aftrap inderdaad als linksback. Maar ik had hem de opdracht meegegeven om direct na het begin linkerspits te gaan staan, Mohammed Hammouti nam zijn plek achterin over. En wij wonnen die wedstrijd, volgens mij met 5-2. Royston was een van de weinige spelers voor wie de verdedigers van Ajax respect hadden. Op basis van charisma, uitstraling en lef trok hij veel naar zich toe.’

Goed aan de bal, snel en sterk

Fraser heeft dan veel vertrouwen in Royston, die inmiddels een jeugdcontract heeft bij de Rotterdammers. ‘Ik dacht toen echt dat hij ver zou komen. Hij was goed aan de bal, had snelheid en was sterk. Qua mogelijkheden was hij zeker zo goed als Robin van Persie.’

Zijn goede spel valt ook Erwin Koeman op, dan trainer van het eerste. Royston mag drie keer per week meetrainen en zijn kunsten in het tweede team tonen. Alleen bij belangrijke wedstrijden komt hij nog bij de A1 in actie. Al snel tekent hij een ander, verbeterd contract. Een mooi moment, weet Royston nog. ‘Dat was iets magisch. Iedereen in de jeugd smacht naar een contract, dan wil je dat ook. Op dat moment wilde ik echt prof worden en toen besefte ik dat het zomaar kon gebeuren dat ik het eerste zou gaan halen.’

Het boek is 284 pagina’s dik, inclusief zestien pagina’s met kleurenfoto’s.